OverzichtWordt gebruikt voor het aansluiten van PROFIBUS-knooppunten op de PROFIBUS-buskabel Eenvoudige installatie
FastConnect-stekkers zorgen dankzij hun isolatie-verdringingstechnologie voor extreem korte montagetijden
Geïntegreerde afsluitweerstanden (niet bij 6ES7972-0BA30-0XA0)
Connectoren met D-sub-aansluitingen maken PG-aansluiting mogelijk zonder de extra installatie van netwerkknooppunten
Sollicitatie
De RS485-busconnectoren voor PROFIBUS worden gebruikt voor het aansluiten van PROFIBUS-knooppunten of PROFIBUS-netwerkcomponenten op de buskabel voor PROFIBUS.
Ontwerp
Er zijn verschillende versies van de busconnector beschikbaar, elk geoptimaliseerd voor de aan te sluiten apparaten:
Busconnector met axiale kabeluitgang (180°), bijv. voor pc's en SIMATIC HMI OP's, voor overdrachtssnelheden tot 12 Mbps met geïntegreerde busafsluitweerstand.
Busconnector met verticale kabeluitgang (90°);
Deze connector maakt een verticale kabeluitgang mogelijk (met of zonder PG-interface) voor transmissiesnelheden tot 12 Mbps met geïntegreerde busafsluitweerstand. Bij een overdrachtssnelheid van 3, 6 of 12 Mbps is voor de verbinding tussen busconnector met PG-interface en programmeerapparaat de SIMATIC S5/S7-insteekkabel nodig.
Busconnector met 30° kabeluitgang (voordelige versie) zonder PG-interface voor overdrachtssnelheden tot 1,5 Mbps en zonder geïntegreerde busafsluitweerstand.
PROFIBUS FastConnect-busconnector RS 485 (kabeluitgang 90° of 180°) met overdrachtssnelheden tot 12 Mbps voor snelle en eenvoudige montage met behulp van isolatie-verdringingsaansluittechniek (voor stijve en flexibele aders).
Functie
De busconnector wordt rechtstreeks in de PROFIBUS-interface (9-polige Sub-D-bus) van het PROFIBUS-station of een PROFIBUS-netwerkcomponent gestoken.
De inkomende en uitgaande PROFIBUS-kabel wordt via 4 klemmen in de stekker aangesloten.
Door middel van een goed bereikbare schakelaar die van buitenaf duidelijk zichtbaar is, kan de in de busconnector geïntegreerde lijnafsluiting worden aangesloten (niet bij 6ES7 972-0BA30-0XA0). Daarbij worden inkomende en uitgaande buskabels in de connector gescheiden (scheidingsfunctie).
Dit moet aan beide uiteinden van een PROFIBUS-segment worden gedaan.